Vrouwen op de boerderij

Op De Witte Lelie in Wiekevorst werd het boek Leven en Ondernemen voorgesteld, een infogids voor vrouwen in land- en tuinbouw. De presentatie gebeurde in aanwezigheid van minister Koen Van den Heuvel, als opvolger van Joke Schauwvlieghe, die voor de financiering zorgde, en Nik Van Gool, nationaal voorzitster van KVLV. De case van moemoe Rosa, dochter Ingrid en kleindochter Loes op de Wiekevorstse boerderij is een voorbeeld van vrouwen die initiatief nemen in het bedrijfsleven in de landbouwsector.

An Deneffe en Sarah Plasschaert hebben met ‚Leven en ondernemen’ een laagdrempelige infogids samengesteld voor alle vrouwen die een bedrijf (mee) runnen of willen opstarten, in elke sector, maar in de land- en tuinbouw in het bijzonder. Aan de hand van 6 typetjes worden de verschillende situaties uitgelegd over de sociale statuten als ondernemer. Eén van de stellingen van de schrijfster is dat vrouwen die, naast het werk op het zelfstandig bedrijf, ook deeltijds als werkneemster aan de slag zijn, niet zo’n goed statuut genieten. “Vooral op gebied van vermogensopbouw staan deze vrouwen dikwijls is de kou, bijvoorbeeld als de relatie fout loopt”, is hun stelling. Dat heeft An Deneffe vastgesteld in haar job bij ‘Boeren op het kruispunt’, een organisatie voor land- en tuinbouwbedrijven in moeilijkheden.

Op De Witte Lelie is nu de derde generatie vrouwen aan de slag. Om de melkoverschot omwille van de melkquota te kunnen verwerken, begon moemoe Rosa met het vervaardigen van boter en rijstpap die op de boerderij verkocht werden. Dochter Ingrid breidde het assortiment verder uit met allerlei dessertjes en ijskreem. Kleindochter Loes, die eerst koos voor een carrière als laborante, volgde toch haar hart en bouwt nu me aan de uitbouw van De Witte Lelie als hoevewinkel.

“Deze gids moet een bijbel en een must-have worden voor vrouwelijk ondernemerschap”, aldus KVLV-voorzitster Nik Van Gool. “Het werk van vrouwen moet niet alleen ‘gewaardeerd’ worden, maar ook ‘gevaloriseerd’, dus letterlijk naar waarde worden geschat”.  Minister Van den Heuvel erkende dat maar in 11 % van de 37.000 Vlaamse landbouwbedrijven een vrouw in de bedrijfsleiding zit, maar dat er wel meer dan 20.000 vrouwen in actief zijn. Hij loofde het boek als bijzonder communicatief : “Door mensen zelf aan het woord te laten, brengt het veel meer toe aan de problematiek. Beter dan te verwijzen naar Koninkijke Besluiten nr zoveel en zoveel”